Manifest

Uitgangspunten
Op verschillende plaatsen in Nederland en Vlaanderen zoals Amsterdam, Gent, Eindhoven, Leiden, Leuven, Groningen, Twente en Utrecht, vindt onderzoek plaats op het gebied van het onderwijs in bètavakken. De laatste jaren hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan. Het DUDOC programma is tot stand gekomen. In Eindhoven is een onderzoeksprogramma gestart met een zeer wezenlijke science-component. Daarnaast zijn er ontwikkelingen t.a.v. het vak Informatica; een vak dat in een aantal opzichten als bètavak kan worden beschouwd. Een en ander resulteert in een duidelijke toename van het volume van onderwijsonderzoek dat zich richt op de bèta- en technische vakken. Getuige hiervan is het grote aantal inzendingen en symposia binnen het thema ‘science’ bij de ORD2008 in Eindhoven en een regelmatig aanbod aan publicaties rondom vakdidactiek, in het bijzonder van de bètavakken, in Pedagogische Studiën. Ook in internationaal verband zien we  bij b.v. AERA divisies en/of themagroepen voor domein-specifiek onderzoek. Anderzijds is deze sector van het onderwijsonderzoek momenteel nog niet georganiseerd in een Nederlandstalig kader waarin zowel vakdidactische en onderwijskundige perspectieven ruimte hebben.

Maatschappelijke veld
Verschillende onderzoeken en publicaties tonen aan dat het onderwijs in de bèta- en technische vakken, en het onderzoek daarnaar, verbonden zijn met een duidelijk maatschappelijk veld. Het achterblijven van de animo voor deze vakken vormt een maatschappelijk probleem, met een nationale, Europese (Lissabon akkoorden) en internationale dimensie.

Werkgebied en Voordelen van een divisie B&T
Beoogd wordt dat een dergelijke divisie een breed palet van thema’s omvat mits de aard van de problemen en de eventuele oplossingen specifiek naar kenmerken van deze onderwijssector verwijzen. Te denken valt aan thema’s: het leren van leerlingen in de sector, specifieke motivatie aspecten, attitudes en ‘beliefs’, informeel leren (bijv in science-centra), de vormgeving van lessen, het opleiden van docenten voor deze sector, curriculumontwikkeling en de ontwikkeling van specifieke (vakdidactische) methodologie. Daarbij kan het gaan om zowel primair, secundair, als tertiair onderwijs. In een dergelijke divisie kunnen contacten groeien tussen onderwijsonderzoekers met b.v. een bèta-didactisch referentie kader, en onderwijsonderzoekers met een algemeen referentiekader.
De divisie kan een nuttige rol spelen in de communicatie tussen veld, maatschappelijke partijen en onderzoekswereld.

Plan van aanpak
We zullen als initiatiefgroep op zo kort mogelijke termijn aan de VOR het voorstel doen tot de oprichting van een VOR-divisie B&T; indien haalbaar tijdens de eerstkomende ledenvergadering van de VOR (juni 2008 te Eindhoven).
Tijdens de ORD zal in ieder geval de initiatiefgroef een bijeenkomst organiseren voor alle sympatisanten.
om organisatie en handelwijze verder te concretiseren.
Er zijn minimaal 25 stemmen van VOR-leden nodig om een divisie als ‘divisie in oprichting’ tot stand te laten komen (uit de VOR statuten). Deze dienen dan tijdens de VOR-ledenvergadering hun stem te laten horen.
Behalve uw stem op de ledenvergadering, is uw adhesie betuiging via deze website van belang. Uw adhesiebetuiging kan helpen om het voorstel op de agenda van de ledenvergadering geplaatst te krijgen en bij uw afwezigheid tijdens de vergadering kan de digitale verklaring tijdens de ledenvergadering dienen ter vervanging van uw stem.

Als u nog geen lid bent van de VOR kan de instelling van een divisie B&T daar misschien een goede aanleiding voor zijn (wordt VOR lid). Als VOR lid ontvangt U het tijdschrift Pedagogische Studiën (6x per jaar) en geniet korting bij deelname aan de jaarlijkse Onderwijs Research Dagen (ORD) en de ECER-conferentie.